Naast mijn baan als leerkracht, werkte ik ook als developmental specialist thuis bij 0-3 jarigen met een ontwikkelingsachterstand of een verhoogd risico op een ontwikkelingsachterstand en hun ouders. Afhankelijk van de behoeften en de gemaakte afspraken, richtte ik me meer op gespecialiseerde instructie aan de ouders t.b.v. hun kind of meer op alleen het volgen van de ontwikkeling en het geven van adviezen. Daardoor kregen ook deze kinderen die door vroeggeboorte, een medische afwijking of door een andere reden een achterstand in 2 of meer ontwikkelingsgebieden hadden meer kansen om zich goed te ontwikkelen. Ik deed dit als lid van een multi-disciplinair team. Dit was een van de diensten onder een wet voor het speciaal “onderwijs” in de VS.
Regelmatig ontmoette ik ouders waarbij ik me afvroeg of ze hoogbegaafd waren. Vanwege de weerstand bij collega's en de soort diensten die we boden, en de wetten en regels waarmee we te maken hadden, heb ik het slechts een keer durven vragen of er hoogbegaafdheid voorkwam in de familie. Waar er een is in de familie, zijn er vaak meer ook al beginnen ze op dat moment misschien met een ontwikkelingsachterstand. Tot de leeftijd van twee jaar mochten we de chronologische leeftijd bijstellen bij het halfjaarlijkse testen van prematuur geboren kinderen om te kijken of ze nog in aanmerking kwamen voor extra ondersteuning, en om een halfjaarlijks plan met doelen en diensten op te stellen.
Met kennis en ervaring met jonge kinderen en hun ouders m.b.t. hoogbegaafdheid en een cognitieve ontwikkelingsvoorsprong, wil ik benadrukken dat ook kinderen die beginnen met een ontwikkelingsachterstand, een cognitieve ontwikkelingsvoorsprong kunnen hebben (later).
Rianne van de Ven heeft onderzoek gedaan naar HSP bij hoogbegaafde volwassenen; 87% van hen bleek hoogsensitief. Zo ook in een gezin waarmee ik bijna een jaar heb mogen werken. Bij beide meertalige ouders zag ik meerdere kenmerken van zowel HB als HSP, en bij hun flink premature tweeling heb ik gedurende lange tijd van een afstand moeten werken, omdat de kinderen me nog niet "binnenlieten" (hoog bewust zijn). (Ze hadden natuurlijk al veel meer volwassenen ontmoet en activiteiten moeten ondergaan vanwege hun verblijf in de NICU, wat een extra stressfactor kan zijn voor kinderen, en zeker voor hoog bewuste en hoog sensitieve kinderen). Toen ze qua aangepaste leeftijd bijna een jaar waren, reageerden ze heel empathisch op elkaar door het aanbieden van een mogelijk troost object als de ander verdrietig was.
Kinderen die prematuur of dysmatuur geboren zijn of een (tijdelijke) ontwikkelingsachterstand hebben, laten net zoals een kind met een cognitieve ontwikkelingsvoorsprong een asynchrone ontwikkeling zien ten opzichte van henzelf en ten opzichte van hun leeftijdsgenoten. Hun asynchroniteit kan nog groter worden als er geen inhaalslag wordt gemaakt in sommige gebieden, of als ze evt gebaseerd op een eerdere diagnose ook andere problemen hebben ontwikkeld en ze misschien ook nog tegelijkertijd wel een cognitieve ontwikkelingsvoorsprong laten zien. Dit kan er dan ook voor zorgen dat zij minder snel in hun cognitieve ontwikkelingsvoorsprong en leer- en ontwikkelingsbehoeften herkend worden.
Bij kinderen die het moeilijk hebben voor, tijdens of na de geboorte door zuurstof tekort of een andere oorzaak zul je dus niet meteen een wakkere blik zien of meer alertheid in interactie met hun omgeving, ook al zijn zij in beginsel misschien wel “hoogbegaafd”. Die zijn namelijk eerst met andere dingen bezig.
Dus ja, ook kinderen met een ontwikkelingsachterstand bij de geboorte of het eerste levensjaar, kunnen mogelijk later een cognitieve ontwikkelingsvoorsprong hebben of kunnen hoogbegaafd (b)lijken te zijn..