Ze zijn actieve vrolijke jongens en meisjes die hun eigen doelen stellen, naar school komen om te spelen, te leren en te ontdekken en met hun vrienden te spelen. Ze hebben een cognitieve ontwikkelingsvoorsprong en zijn hoogsensitief. Hun ervaringen en verhalen zijn gebundeld in een situatie; de fictieve Cato.
Cato
Die dag was het de eerste schooldag van het nieuwe jaar. Hij was in het najaar 6 jaar geworden
Cato had altijd wat tijd nodig om te wennen aan een nieuwe groep mensen en een nieuwe situatie. Hij zag veel, hoorde veel en voelde veel. Veel kinderen van vorig jaar zaten ook dit jaar weer in zijn klas. Ook waren er wat nieuwe kinderen. Hij had ervaren dat niet alle kinderen eerst moesten wennen. Dus hij vond het toch weer spannend om naar binnen te gaan.
Omdat Cato’s moeder inmiddels wel gewend was dat Cato extra tijd nodig had, waren ze begonnen met het maken van tekeningen voor degenen die ze bezochten. Zo kwam de focus eerst op de tekening te liggen en niet eerst op Cato, en kon Cato makkelijker in contact komen met de volwassene.
Cato vond tekenen leuk. Hij tekende voor de verjaardagen van familieleden en voor nieuwe mensen zoals deze nieuwe juf. Cato had haar al wel eens op het schoolplein gezien, maar dat was niet hetzelfde voor hem.
Gezien worden en geaccepteerd worden in wie je bent, is voor kinderen met een cognitieve ontwikkelingsvoorsprong een eerste vereiste. Daarna kan de relatie opbouw beginnen met de nieuwe leerkracht. Ook het hebben van diverse ontwikkelingsgelijken in de klas en binnen de school is belangrijk voor deze kinderen.
Cato hield moeders hand stevig vast terwijl hij de tekening gaf. De juf reageerde positief en rustig op Cato’s tekening. Op moeders vraag aan Cato of moeder kon gaan of nog even moest blijven, antwoordde juf meteen dat moeder best even mocht blijven. Ze wist dat ze kinderen als Cato meteen kon geruststellen door dit te zeggen. Dan kunnen ze de spanning loslaten en zich richten op andere dingen. Dat was ook nu weer het geval.
Cato zag dat de kinderen in de kring zaten en ging tussen twee kinderen zitten die hij al kende. Moeder ging achter Cato zitten. Binnen 5 minuten was Cato aan het kletsen. Moeder keek de juf aan en ze knikten naar elkaar. Daarna zei Moeder Cato en de juf gedag en verliet het lokaal.
Heel veel kinderen met een cognitieve ontwikkelingsvoorsprong of die (vermoedelijk) hoogbegaafd zijn, zijn ook hoogsensitief. Het is belangrijk dat deze kinderen vanaf de eerste dag voelen dat ze gezien worden in hun zijn en hun behoeften. Dat zet voor hen de toon voor de rest van het schooljaar en de relatie opbouw met de leerkracht. Deze juf had al vaker met kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong en/ of hooggevoeligheid gewerkt. Andere leerkrachten die ik ontmoet heb tijdens mijn werk, zijn hier nog nieuw mee.
In mijn loopbaan als juf en specialist hoogbegaafdheid heb ik diverse hoog sensitieve mensen mogen ontmoeten. Zij en hun ouders zijn allemaal uniek, maar hebben toch een aantal dezelfde kenmerken en de daaruit vloeiende behoeften m.b.t. het naar school gaan, zoals:
Het gevoelig zijn voor wat je zegt, maar vooral ook hoe je het zegt (o.a. intonatie, uitnodigend met ruimte voor de autonomie van het kind om keuzes te maken, bevestigend – bijv. van de gevoelens of behoeften, etc)
Het er gevoelig voor zijn of iemand authentiek is en of het bij elkaar klopt wat hij zegt, doet en hoe hij kijkt.
Het gevoelig zijn voor de relatie met de leerkracht, of degene die de groep begeleidt (dat is ook bijv. mbt de schoolfotograaf, of …)
Moeite met de zelf-regulatie omdat prikkels ongefilterd direct binnen komen. Dit kan stres en angst oproepen zoals je bij Cato ziet. Voor zijn associatieve brein dit groter ging maken dan het was, had de juf hem al gerustgesteld. Daardoor was er al een lijntje gelegd met de juf. Wordt er niks meegedaan, dan kan die stres en angst bij veel kinderen ook naar binnen slaan, dat kun je terugzien in hun houding, hun gedrag en hun reacties, maar het kan ook resulteren in pijn in het lichaam zoals schouderpijn, hoofdpijn of buikpijn.
Hooggevoelige kinderen kunnen veel gevoeliger zijn voor de sfeer in een situatie, maar ook in een boek, filmpje of een geluidsfragment. De aangegeven leeftijdsgrens van filmpjes zijn gericht op het begrijpen en niet op het voelen. Een associatief en fijngevoelig brein kan een "als naar gevoelde situatie" veel groter maken dan het is. En ook al heeft het kind een cognitieve voorsprong dan wil dat nog niet zeggen dat het emotioneel al met deze uitdagingen om kan gaan. Daarom is het fijn als ouders tevoren weten wat er op school vertoond gaat worden, zodat ze tevoren zelf kunnen screenen of het ok is voor hun kind. Zij kennen hun kind het beste! Ook hoog-sensitieve tieners, jong volwassenen en volwassenen die hoog sensitief zijn kunnen hier last van hebben.
Wordt er in de klas gezamenlijk een boek gelezen voor het thema of om een vaardigheid t.b.v. begrijpend lezen aan te leren, dan is het ook belangrijk om zorgvuldig boeken te kiezen als je hooggevoelige kinderen in je klas hebt. Ook (scenes in) boeken kunnen emotioneel heel anders overkomen. In hoofdstuk 4 in Het Engelse boek: My Best Friends are Books; Guiding Gifted Readers van Judith Wyann Halsted staan tips hoe boeken juist kunnen helpen bij de emotionele ontwikkeling van deze kinderen.
Het is fijn als er door de omgeving geaccepteerd wordt dat wat zij voelen voor hen echt is, ook al voelen anderen dat zelf niet zo diep of intens!
Ook is het fijn als je als leerkracht en ouder hen ondersteunt in hun autonomie om hier mee te leren omgaan onder jouw begrijpende en ondersteunende begeleiding.
Alhoewel hoogsensitief zijn iets is wat blijft, kan je toch kinderen een handje helpen met zelf-regulatie en veerkracht door hen te laten voelen dat ze goed zijn zoals ze zijn en je curriculum zorgvuldig te plannen!